Geen samenvatting aanwezig bij conversie.
Wat gij moet weten, encyclopaedie voor de huisvrouw, door Huismoeder - Meulenhoff, Amsterdam, tweede druk, najaar 1928, 276 pp.
Het uitwisselen van tips en informatie over het huishouden en specifieke problemen op het gebied van schoonmaken en onderhoud is van alle tijden. Vroeger gebeurde dat vooral mondeling, maar later ook schriftelijk, zoals blijkt uit deze bloemlezing van tips uit 1927-'28. Huismoeder had indertijd een rubriek in het Zaterdagavond-bijblad van het Algemeen Handelsblad, nu NRC. Ze gaf goede raad naar aanleiding van vragen van lezeressen uit binnen- en buitenland. Er ontstond een vraag- en antwoordspel, zoals wij dat nu van het internet kennen. De verzamelde tips zijn bijeengebracht in dit boek.
Deze encyclopaedie roept bij lezing, 75 jaar later, soms meer vragen dan bevredigende antwoorden op: waarom zwafelde je flesschen? Wat is Venetiaansche zeep waarin je bruidssluiers zo goed kunt wasschen? Met het probleem van het (letterlijke) ijsbreken hoeven wij ons niet meer bezig te houden. De strijd tegen poeseharen daarentegen is nog steeds actueel. Het onderhoud van struisveeren misschien iets minder. En over het probleem van inwonende dienstmeisjes, godspenningen en nieuwjaarsfooien hoeven de meesten van ons zich niet meer het hoofd te breken.
Wat oude boeken zo interessant maakt, is het tijdsbeeld dat eruit naar voren komt. Wat hield de gemoederen van huisvrouwen toen bezig? Wat waren de prangende en nijpende problemen waarover men bij elkaar te rade ging of ten einde raad naar een krant schreef? En wie waren die vrouwen? Alleen de luxevrouwen met dienstmeisjes en een kokkin of ook de eenvoudiger huisvrouwen? Het Algemeen Handelsblad was nou niet bepaald een volkse krant.
Uit de behandelde problemen blijkt weliswaar enige welgesteldheid van de lezeressen, want hoeveel huisvrouwen zouden in 1928 hebben beschikt over een badkamer, een dienstbode, een piano, een bontjas en al die bijzondere, tere stoffen waarvan het onderhoud in dit boek wordt beschreven? Toch worden ook de alledaagsere problemen niet geschuwd; het hoofdstuk `Ongenoode gasten', ongedierte dus, beslaat heel wat pagina's. Wat te doen tegen bijen, mieren, motten, muggen, slakken en houtworm? Ook leerde ik bij lezing twee nieuwe soorten ongedierte kennen: krijnluis, een beestje dat leeft in de vulling van nieuwe stoelen, en rietluis, dat in vochtig riet van meubelen huist.
Bij het lezen van dit boek krijg je al gauw enorme bewondering voor de vrouw van toen, die over een grote vakkennis en vindingrijkheid beschikte en zonder moderne hulpmiddelen een vaak groot huishouden draaiende hield.
Anneke Bok, Boeken van Toen
Toon meer reacties...